8 februari 2011. Divosa publiceert de volgende brief. Deze brief wordt om ongeveer 8 uur ’s morgens gepubliceerd. In een brief aan de leden geeft Divosa-voorzitter Paas aan dat
hij weinig hoop heeft op een goed kabinetsvoorstel voor één regeling voor de
onderkant van de arbeidsmarkt. “Wij hopen dat de staatssecretaris in de komende
dagen nog ruimte biedt. Dat hij inziet dat de opgaven waar hij voor staat
alleen zijn te doen met de volledige steun en inzet van sterke gemeenten. We
houden er echter rekening mee dat dat niet gebeurt”, aldus Paas. In de brief
geeft Paas verder uitleg over de voortgang van het proces. Hij gaat daarbij
niet in op de inhoud van de gesprekken. Via het vertrouwelijk vooroverleg
probeert Divosa de staatssecretaris op andere gedachten te brengen. Volgens
Paas is het overleg zo vertrouwelijk dat delegatieleden teksten na afloop van
de besprekingen weer moeten inleveren. Divosa respecteert de vertrouwelijkheid
van het gesprek.
Inmiddels deelt de staatssecretaris mee, dat er uitstel moet komen. De staatssecretaris beloofde aan de Tweede Kamer een brief waarin de contouren
van de regeling werden uitgelegd. De brief zou aanvankelijk eind januari aan de
Kamer worden verstuurd. Inmiddels heeft de staatssecretaris de Kamer gemeld dat
de voorbereiding meer tijd vraagt en hij de brief in de loop van februari zal
toesturen. Ondertussen vindt op alle niveaus, formeel en informeel, overleg
plaats. De onderhandelingen dreigen te mislukken. 1 februari 2011 is er een niet openbaar gemaakt memo.
3 februari 2011 ook. Maar De
volgende niet openbaar gemaakte nota is van 28 maart 2011. Blijkbaar hebben de onderhandelingen in de periode daarvoor behoorlijk vast gezeten. 7 februari 2011is er een niet openbaar gemaakt verslag van
overleg dat blijkens onderstaand bericht van Divosa voor hen tot conclusies heeft geleid dat de onderhandelingen dreigen te mislukken.
9 februari 2011 deelt de VNG mee: op korte termijn nog
geen bestuursakkoord. De
VNG verwacht niet dat er op korte termijn een bestuursakkoord kan worden
gesloten met het Rijk, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van
Waterschappen (UvW). Dat schrijft zij in een brief aan haar leden.
8
februari 2011. Op deze dag waarop de open
brief van Divosa verschijnt verschijnt ook een memoset van 7 memo’s met
betrekking tot het programma werken naar vermogen. 'Memo 36 is eerder op uw
verzoek, n.a.v. bespreking in de vierhoek, ondershands aan u voorgelegd en door
u van opmerkingen voorzien. Om het overzicht te bewaren (en iedereen goed te
informeren) is dit memo inclusief uw opmerkingen ter info bijgevoegd. Het
wekelijks overleg op donderdag tussen u en het programmateam is voor deze week
komen te vervallen'. De memo’s zijn als volgt.
·
Memo 37. Inkomenseffecten
maatregelen WnV. Dit memo bevat in een bijlage een samenvattende tabel met
toelichting van de inkomenseffecten voor de verschillende groepen. De memo zelf
is 2 bladzijden. Verder geen tekst.
·
Memo 38. Effecten WnV op
AWBZ. Ter informatie. Dit memo bevat nadere informatie over de doorwerking van
de maatregelen in het kader van de Wet Werken naar Vermogen naar premies AWBZ.
Kernpunten. Effect Wajongmaatregelen op AWBZ premies.
·
Memo 39. Ter beslissing.
Opties herindeling zittend bestand Wajong. Aanleiding.
·
Memo 40. Studieregeling
Wajong. Ter beslissing. Aanleiding. De nWajong (cohort 2010 en 2011) kent een
studieregeling: Wajongers die studeren of naar school gaan, ontvangen, ongeacht
of zij wel of geen arbeidsvermogen hebben, een inkomensondersteuning van 25%
WML. De oWajong kent geen aparte studieregeling, Wajongers die voor 2010 zijn
ingestroomd en stderen of naar school gaan, ontvangen ene uitkering van 75%
WML. Het is mogelijk dat jonggehandicapten, die volledig en duurzaam
arbeidsongeschikt zijn, daarnaast nog onderwijs volgen In de eerste helft van
2010 ging het om 1,5% van de totale instroom, volgt uit Wajongmonitor. Dit zal
in de meeste gevallen gaan om onderwijs als vorm van dagbesteding. In de
huidige situatie ontvangen deze jongeren een studieregeling ter hoogte van 25%
WML, naast de studiefinanciering of tegemoetkoming op basis van de Wet tegemoetkoming
onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wtos). In de Wajongmonitor die in de tweede
helft van 2010 is uitgekomen staan enkele cijfers met betrekking tot de
studieregeling. In 2010 kwam circa een derde van de instroom in de Wajong in de
studieregeling. Verder wordt de studieregeling uitgelegd.
·
Memo 46. WsW doorstroom
beschut-begeleid. Ter beslissing. Doorstroom beschutte arbeid Wsw. Doorstroom
uit beschut werken voor nieuwe doelgroep Wsw beschut (na 2014). Aanleiding. 3
bladzijden.
·
Memo 50. Verordeningsplicht.
Ter beslissing. Verordeningsplicht niet-melders. Inleiding. Advies. 2
bladzijden.
·
Memo 36. Reeds eerder
ondershands aangeboden: WsW en regeerakkoord. Ter informatie.
8 februari 2011. Memoset van 2 memo’s met
betrekking tot het programma Werken naar Vermogen. Het wekelijks overleg op
donderdag tussen de Staatssecretaris en het programmateam is voor deze week
komen te vervallen. Het betreft:
·
Memo 47. No risk
polis/premiekorting. Ter beslissing. Dit memo heeft als centrale focus hoe de
huidige reintegratieinstrumenten no-riks polis en premiekoerting
arbeidsgehadicapten het best kunnen worden gepositioneerd onder de WNV.
Uitwerking no-risk polis/premiekorting agh. Dit memo schtst de toegezegde
uitwerking en gaat in op de toegevoegde waarde van deze instrumenten.
Achtereenvolgens gaan wij in op de toegevoegde waarde van deze instrumenten, de
uitgangspunten voor de te maken keuze en de huidige situatie; de vormgeving van
de no-riks polis en de aparte positie van de premiekorting. Inlegkunde: de
volgende zin begint met: betekent dat.. etc. Volgens mij moet dit zijn:
loondispensatie betekent dat de werkgever alleen de objectieve loon waarde
hoeft te betalen van personen die niet het WML kunnen verdienen en dekt dus het
productiviteitsrisico af. De no-risk polis dekt het risicio af dat de werkgever
bij ziekte het loon moet doorbetalen. Werkgevers hebben de wettelijke plicht
het loon bij ziekte maximaal twee jaar lang door te betalen. Als zij ene
arbeidsrelatie willen aangaan met mensen uit de doegroep arbeidsbeperkten,
ervaren zij ene verhoogd risico. Dit kan ene drmepel zijn voor werkgevers om
mensen uit d edoelgroep daadwerkelijk ana te nemen. Werkgevers zullen vooraf
zekerheid willen hebben of zij via de no-risk polis worden gecompenseerd voor
het loonrisico bij ziekte. Uitgangspunten voor de te maken keuzes. Verder geen
tekst. Volgende bladzijde: de vormgeving van de no-risk polis. De no-risk polis
is ene belangrijk instrument om werkgevers over de streep te trekken.
De aparte positie van de
premiekorting. De premiekorting arbeidsgehandicapten houdt in dat de werkgever
drie jaar een korting op de werknemersverzekeringspremies krijgt als hij iemand
met arbeidsbeperkingen in dienst neemt. Dit is een premie voordeel, dat via de
Belastingdienst wordt afgerekend. Verder geen tekst.
·
Memo 48.
Werknemersverzekeringen i.r.t. Werken naar Vermogen. Ter beslissing. Dit memo
schetst welke gevolgen de invoering van de Wet Werken naar Vermogen (WWNV) voor
de werknemersverzekeringen (ZW, WIA, WW) zou kunnen hebben. Samenloop tussen
uitkeringen op grond van de WNV en werknemersverzekeringen. Inleiding. Wanneer
iemand gaat werken in dienstbetrekking is hij of zij verzekerd voor de
werknemersverzekeringen. Verder geen tekst tot pagina 3. Dit memo is 10
bladzijden. Alleen op bladzijde 3 staat een tekst. In paragraaf 1 de situatie
onder de huidige Wajong. Wat gebeurt er als een jonggehandicapte vanuit de
Wajong gaat werken?. Vervolgens schtetsen wij in paragraaf 2 de situatie dat
iemand onder dezelfde condities vanuit de WWNV gaat werken. In paragraaf 3
noemen we enkele risico’s van de nieuwe verantwoordelijkheidsverdeling. Verder
wordt op bladzijde ¾ alleen de huidige situatie in de Wajong uitgelegd.
Dit is een interessante
tekst, want als ik het goed begrijp zal in het nieuwe systeem waarschijnlijk de
sytematiek van de Wajong grotendeels overgenomen worden. Dat vermoed ik
althans. Dit betekent, dat als iemand in de nieuwe WWNV met loondispensatie
tewerk wordt gesteld, en bv gedurende 36 uur 50% van het WML kan verdienen, hij
of zij bij werkloosheid 50% van het laatstverdiende loon krijgt, als hij of zij
aan de verdere eisen voor de WW voldoet. Dit is maar 20% onder de
bijstandsnorm. Intrigerende vraag is, of hier de Toeslagenwet van toepassing
is, die aanvult tot het minimum. Bij ziekte is een vergelijkbare regeling via
de no-risk polis. Dan kan er zelfs sprake zijn van doorstroming naar de WIA.
Deze situatie betekent, dat gemeenten een nieuw instrument in handen krijgen om
mensen te lozen uit de bijstand in de werknemersverzekeringen. Dus mensen die
ziek zijn een poosje aan het werk zetten, dan ben je van ze af in de bijstand.
Piet